Kort door de bocht
Door: Hans
Blijf op de hoogte en volg Hanny en Hans
01 April 2009 | Ethiopië, Addis Abeba
Kort door de bocht, dat is Dan in zijn vragen. Gelukkig wisten we van een eerdere mail van Debbie dat hij Addis, Awassa, en Jinka wilden bezoeken. Nounou, zowat 2000 kilometer, en dat op een motorfiets? Ik stuurde eerst maar eens een waarschuwing voor de ontzettend slechte en lange wegen, en het gebrek aan brandstof op veel plaatsen. En toen toch ook maar wat ik wist van het kopen en huren van een motor.
Is iedereen nog bekend met Dan en Debbie? Nee? De Amerikanen die in mei vorig jaar Tsehay’s weeshuis kwamen helpen. En die wij in januari weer bezocht hebben in Phnom Penh, waar ze een huis hadden gehuurd dicht bij hun dochter en haar gezin. De dochter en haar man werken voor “Samaritan’s Purse”, een zendingsorganisatie van de zoon van Billy Graham. D&D wilden in Phnom Penh hun handen weer eens uit de mouwen steken, liefst “iets met weeskinderen”, maar in PP waren al zoveel organisaties en initiatieven dat ze nergens aan de bak kwamen. Dus wilden ze misschien toch middellang in Ethiopië gaan wonen, misschien lukte het daar. Dan zou vooruit komen en de boel verkennen. Hij had nog een paar kontakten uit de tijd dat hij met mensen van een andere zendingsorganisatie een film over Jezus was komen vertonen die nagesynchroniseerd was in een paar lokale talen. Judas die Hamer spreekt tegen Petrus. Deed mij even denken aan het kerstspel in het Amhaars op de Ierse missie hier, waar een engel Jozef roept en Jozef antwoordt: “Abet! Minden new?” (Ook hallo, wat is er?).
Niets meer gehoord tot een telefoontje op de dag van Dan’s aankomst. ”Hans, hoe krijg je hier ook al weer je lokale rijbewijs?” De drie stappen nog maar eens uitgelegd: verklaring van je ambassade halen, die laten afstempelen en registreren door Buitenlandse Zaken, daarmee naar de Road Authority. Geduld en geld meenemen.
Het volgende telefoontje was vier dagen later, op zaterdag: “Hans, ik ben onderuit gegaan met de motor zo’n 30 kilometer voor Arba Minch. Moest uitwijken voor een fietser die maar bleef twijfelen. Achterband gescheurd. Kun je me komen halen?” Ik kon een pick-up van het Techniocal College op onze compound huren. Hij zat in de dunne schaduw van een acacia, al aardig uitedroogd. Ik had gelukkig veel water meegenomen. We hesen zijn motor in de laadbak.
“Je hebt je kentekenplaat ook verloren,”zei ik.
“Heb ik niet. Dit is een nieuwe motor, en er reden zoveel mensen zonder kenteken.”
“Heb je hem niet geregistreerd? Kon je hem dan wel verzekeren?”
“Verzekeren? Waarom?”
O, o.
Eenmaal op onze veranda gezeten, na de reparatie downtown met de nieuwe achterband, het weer rechtgespaakte voorwiel, de gelaste stuurstang, de vastgekitte scheuren in het plastic, bleek dat hij de derde stap van zijn lokale rijbewijs in Addis ook niet afgemaakt had, en dat hij trouwens ook in Amerika geen motorrijbewijs had. Gelukkig had hij zelf niets behalve een beurse borstkas.
Wat kwam hij nou precies zoeken, vroegen wij?
Nog steeds iets met weeskinderen. Maar dan wel zelfstandig, niet met Tsehay en haar weeshuis hier. Op de eerste plek waar hij gekeken had, bij een bevriende pastor in de buurt van Awassa was het niets geworden. De hele pastor was er trouwens ook niet. “OK,” zei Dan, “deur gesloten. Ik ben gekomen om te kijken welke deuren er nog open staan. Deze niet.”
“Kan je niet proberen je in te zetten op je eigen vakgebied?”” zei ik. Hij is licensed builder, erkend aannemer zeg maar.
“Misschien”.
“Waarom gaan we dan niet even naar onze Noren hier op de compound kijken? Die bouwen heel wat af voor hun Technical College en voor de Lutherse Missie.”
Zo gezegd, zo gedaan. En zo waar, die deur stond open. Ketil de Noor kon wel een geoefend bouwer gebruiken. Liefst zo snel mogelijk. Over drie weken bijvoorbeeld. Is dat geen mooie meevaller, Dan?
“Een goddelijke ingreep, dat ongeluk,” vond Dan. “Zonder dat was dit nooit gebeurd. Geen toeval. Het moest zo zijn.”
Maar hij ging nog wel naar Jinka. Misschien stond daar toch ook nog een deur wijdopen. Dinsdag vroeg weg met de motor, inmiddels op ons aandringen geregistreerd en verzekerd. Met een gelast rek achterop met 2 keer 10 liter benzine in plastic jerrycans. ’s Avonds na het werk belde ik hem even, of hij veilig was aangekomen. Jawel! Hij had wel flink omgereden, want er waren meer wegen dan die op de kaart stonden, en het rek was ook afgebroken op de rotsige wegen, en een jerrycan vol was hij verloren, maar hij was er wel. Er was alleen geen benzine, misschien op de zwarte markt, maar op één tank ging hij het niet halen, terug.
Zaterdag kwam hij enthousiast terug. Met de bus, de motor stond zolang nog bij de bevriende pastor die hem ook had uitgelegd dat mensen van het volk daar hun babies nog weggooien als de snijtanden onder eerder doorkomen dan boven; of als er een tweeling geboren wordt. Over een open deur gesproken...
Dus de deal is nu geworden: eerst maar eens als vrijwilliger Ketil de Noor helpen met bouwen. 14 april komt Dan alweer terug, 26 april volgt Debbie. Dan gaandeweg zien of er in Jinka iets met kinderen to ondernemen valt – waar hij al wel plannetjes voor heeft. En dan meteen de motor ook weer ophalen.
Zaterdag hadden we nog even een afscheidsetentje op Tsehay’s weeshuis. Hanny had daar al eens uitgelegd dat Dan zijn baan was kwijtgeraakt, en dat het er niet inzat dat hij weer met geld over de brug kwam, zoals de vorige keer. Dus werd in de toespraakjes van het weeshuisteam, die traditioneel bij zo’n feestje horen, aangeroerd dat iedereen meeleefde met de kommer en kwel van Dan en Debbie, en dat de kinderen zelfs al eens hadden voorgesteld hun ontbijt naar hen op te sturen.
Zo erg was het natuurlijk allemaal niet, maar Dan was deze keer ook niet van plan om snel weer meer te geven. “Daarvoor hebben ze ons de vorige keer iets teveel afgetroggeld. Daar rijden ze nu grotendeels van in die Landcruiser!”
“Misschien was dat ook wel geen toeval, Dan”, opperde ik. “Misschien moest ook dat wel zo zijn!”
Want waarom zou je Gods hand tenslotte alleen maar zoeken achter dingen die goed voor joú zijn?
Wat begeleidende plaatjes op http://hanshesseling.nl/dd3.pdf
1 de plek des onheils
2 of eigenlijk van het tweede onheil: tien kilometer eerder was de echte valpartij, en na het opkrabbelen had Dan niet in de gaten dat zijn achterwiel tegen de accu-ophanging liep, zodat de achterband sleet en pas hier openscheurde
3 Uitladen bij Zelalem’s openlucht motorwerkplaats in Arba Minch. Let op de Isuzu vrachtwagen met Bajaj motorfietsen – populair merk hier, uit India
4 van alle merken thuis, Zelalem (blauw shirt) en zijn competente medewerkers
5 gaat een paar uur duren, kom maar terug tegen vijven
6 alles klar, een wat smallere achterband helaas, en het rek wordt weer gemonteerd
7 de strategie bespreken voor maandag: registreren, verzekeren, ...
8 gelukkig kan Dan zelf ook met reparaties overweg – nog even wat afstellen bij ons naast het huis
-
01 April 2009 - 16:46
Henk En Maria Cami:
Gods (Ethiopische) wegen zijn ondoorgrondelijk.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley