Vervoer(ing) 2
Door: Gastblog door Jan Borkent
Blijf op de hoogte en volg Hanny en Hans
10 Januari 2010 | Ethiopië, Addis Abeba
In de vorige bijdrage noemde ik niet het bootje dat ons over het Chamomeer naar de talloze krokodillen, nijlpaarden en pelikanen bracht. Opmerkelijk is dat de krokodillen en nijlpaarden in aparte delen van het meer voorkomen. Blijkbaar zijn ze geen vriendjes van elkaar. Het is onvoorstelbaar dat sommige vissers in bootjes van aan elkaar gebonden boomstammetjes het meer op durven gaan. Dat moet bij tijd en wijlen een lekker hapje opleveren voor de krokodillen.
Vissers en bootjes leverden een prachtige ervaring op in Awassa. We waren met Hans en Hanny onderweg van Arba Minch naar Addis Abeba en bleven een dag in de stad Awassa, waar we de vismarkt bezochten. (We gingen via de Bale Mountains, maar daarover straks nog meer). ’s Morgens komen de visserboortjes binnen met de gevangen tilapiavis in de netten en de verwerking kan dan onder het speurende oog van pelikanen en maraboes beginnen. De visser steekt zijn wijsvinger in de bek van de levende vis, de duim achter de kieuwen en stroopt dan het vel eraf. Een deel van de vis wordt ter plekke gefileerd en rauw ter consumptie aangeboden. Ethiopiërs houden van rauw vlees, ook rundvlees wordt wel rauw naar binnen gewerkt. Ach, wij eten ook filet americain, rode biefstuk en haring.
Ik noemde al de Bale Mountains, een nationaal park van royaal boven de 3000 meter. We lieten ons er als rijke toeristen heen rijden door een auto met de chauffeur Debro. De weg van Arba Minch naar de Bale Mountains was gevarieerd en vaak van een adembenemende schoonheid. De uitzichten, de kleuren en de karakteristieke dorpjes maakten dat je niet de kans kreeg je te vervelen of je te ergeren aan het voortdurende gebonk over de keien van de weg.
We kwamen tussen Shashememe en de Bale Mountains door de graanschuur van Ethiopië. De zeer uitgestrekte graanvelden riepen de vraag op waarom buitenlandse voedselhulp nog nodig is. Moderne combines werden ingezet voor de oogst, wat een schril contrast opleverde met het maaien met de sikkel en dorsen met rondlopende paarden, koeien of ezels. Dit deel van Ethiopië is rijker dan de omgeving van Arba Minch, wat onder andere bleek uit de vormen van transport en vervoer. Paarden werden bereden of trokken een kar, waardoor vrouwen als lastdier minder te zien waren.
De weg van Dodola tot Dinsho bij de ingang van het park was bar slecht, maar het berglandschap en de flora en fauna van het park waren de inspanning meer dan waard. Want wie zou niet de mountain nyala in zijn eigen biotoop willen zien en dat kan ter wereld alleen maar hier. De bokken met hun gespierde lichaam en prachtige horens zijn indrukwekkend. Hans slaagde er ’s morgens vroeg in een liggende bok tot ca. 10 m te benaderen.
Naast de nyala zagen we onder andere wrattenzwijnen en bavianen. De voorspelde vogelrijkdom viel wat tegen. Maar bij het meer van Awasssa werd dat gemis meer dan goed gemaakt.
Awassa is een stad met uitstraling, de rijbanen van de centrale allee zijn gescheiden door palmbomen en talloze bajaj (de Indiase tuk-tuk) zorgen voor vervoer. De promenade langs het meer met terrasjes en flanerende mensen zou in Zuid-Europa niet misstaan.
Shashememe, de stad net ten noorden van Awassa, wordt wel gezien als het rastacentrum van de wereld. Duizenden rastafari’s woonden hier ooit in een gesloten gemeenschap. Ze kwamen eind 60’er jaren met hun reggaemuziek naar Ethiopië als hun beloofde land en zagen keizer Haile Selassie (Ras Tafari Makonnen) als de voorspelde machtige zwarte koning. In 1966 beloofde Haile Selassie de rastafari’s dat ze zich vrij in Ethiopië konden vestigen. Dat werd de stad Shashememe. De gemeenschap is inmiddels gekrompen tot een paar honderd bewoners.
Onze tocht eindigde in Addis Abeba. Debro, onze chauffeur, kon met een fooi van ons en zijn 4W Toyota naar huis. Zijn taak zat erop. Wat de bajaj is in Awassa is het busje voor zo’n 12 personen in Addis. Als je weet waar je heen wilt en je kunt de taal verstaan kom je overal. Hier bleek alweer hoe goed Hanny en Hans ingevoerd zijn in Ethiopië en ook in Addis. Het transport met de deze vorm van openbaar vervoer verliep onder hun regie vlekkeloos. Opvallend is dat een busje niet meer personen meeneemt dan er zitplaatsen zijn, iets wat geldt voor heel Ethiopië. Mijn beeld van busvervoer in Afrika van volgestampte bussen, zowel binnen als er bovenop, gaat niet op voor Ethiopië.
Ethiopië, een land waar je je via diverse vormen van vervoer in vervoering kunt laten brengen.
Weer wat foto’s op http://hanshesseling.nl/bale.pdf .
Bijschriften:
1 Debro de chauffeur had een poets-tic – altijd bezig als we stilstonden
2 door de bergen ten noorden van Arba Minch. Het zinken dak rukt op
3 – 9 in het woud van Dodola
10 Afaan Oromo (de taal in Oromoland). Niet moeilijk te begrijpen wat hier staat
11 Diergeneesmiddelenfarmacie
12 – 13 graanvelden rond Dodola in de vroege ochtend
14 ossewaa
15 – 20 Bale Mountains. De grote jongens zijn de nyala’s
21 – 22 dorsen
23 – 24 langs de weg
25 – 29 Awassa
30 kaarsen en ceremoniële paraplu’s verkopen bij de kathedraal in Addis
31 granieten sarcofagen van Haile Selassie en zijn vrouw in de kathedraal
-
10 Januari 2010 - 13:42
Ton En Marlies:
Weer een prachtige impressie van het mooie en kleurrijke van het land. En natuurlijk heerlijk om met mensen te zijn die de weg weten.
Hartelijke groet.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley